Courgette

De courgette is, samen met onder meer augurk, komkommer, meloen en pompoen, onder gebracht in de komkommerfamilie (Cucurbitaceae). De vrij grote zaden van deze planten kiemen gemakkelijk bij een temperatuur van 20 tot 22 graden Celsius. Als je rekening houdt met de warmtebehoefte, kan al vroeg worden gezaaid.

Zorg ervoor, dat de zaden buiten het bereik blijven van muizen! Tip: zet de potten waarin is gezaaid in een emmer en hang die emmer hoog op (wel op tijd gieten!)

Na de kieming moet al snel worden verspeend in niet te kleine potten.  

Ook de jonge plantjes zijn liefhebbers van warmte.  Krijgen zij een plek in de volle grond dan speelt de warmtebehoefte een grote rol. Vooral komkommer, meloen en augurk zijn echte koukleumen. De temperatuur in april is soms verleidelijk hoog. Het kan echter tot ver in mei guur, koud en nat zijn. Denk aan de ijsheiligen van half mei!

Slakken vinden jonge courgetteplantjes overheerlijk. Goed opletten dus.

De vruchten van de courgetteplanten kunnen allerlei vormen hebben. Voor de verwerking in de keuken is de ene vorm handiger dan de andere.

Jong plukken is aanbevolen, dan smaken de courgettes het beste. Bovendien bevordert het voortdurend plukken het doorbloeien en dus het vormen van nieuwe vruchten. Een courgette helemaal laten uitrijpen is mogelijk om de zaden te kunnen oogsten. Dat proces vergt veel inspanning van de plant.

Het is oppassen in kas of tunnel wanneer leden van de komkommerfamilie samen groeien met tomaten. De komkommerachtigen trekken zich niet veel aan van een hoge luchtvochtigheid. Tomaten kunnen beter in wat drogere lucht groeien in verband met het gevaar op aardappelziekte.

Er zijn talloze rassen courgette in de handel.