De zwarte bonenluis


De bevruchte eitjes van de zwarte bonenluis overwinteren op heesters en kleine bomen. Gelukkig eten vogels veel van die eitjes op.


Uit de eitjes die aan de aandacht van de vogels ontsnappen, komen uitsluitend ongevleugelde, vrouwelijke bladluizen. De jonge luizen vervellen vier keer. Wanneer die volgroeid zijn baren zij aan de lopende band en in een hoogtempo nieuwe luizen, eveneens vrouwelijk en ongevleugeld. Al gauw dreigt er overbevolking op de winterse waardplanten (=gastheren). Op dat moment ontstaan er vrouwelijke bladluizen, die gevleugeld zijn. En die gevleugelde luizen gaan op zoek naar nieuwe waardplanten.


In het najaar verhuizen vrouwelijke gevleugelde zwarte luizen naar de winterwaardplanten: vlier, boswilg, vogelkers, haagbeuk en andere heesters en bomen. De luizen baren nog steeds vrouwelijke ongevleugelde vrouwtjes. Voor de winter invalt ontstaat er een generatie mannelijke luizen.
Er vindt een paring plaats en de vrouwelijke luizen zetten de bevruchte eitjes af op de winterwaardplanten. En daarmee zijn we terug bij het begin van dit verhaal.


De zwarte bonenluis heeft een voorkeur voor sappige, malse toppen van tuinbonen, maar ook andere planten zoals sperziebonen zijn in trek. Luizen prikken simpel een gaatje in de stengel en zuigen het plantensap op. Het te veel aan suikers scheiden ze weer uit. Mieren zijn daar dol op.
Mieren trommelen met de voorpoten op de rug van de luizen om de suikerafscheiding te bevorderen.  Op de plakkerige suikerafscheiding (honingdauw) groeit een schimmel, die de plant een zwart uiterlijk bezorgt: roetdauw .
Mieren verdedigen ook de luizen tegen belagers.

Lieveheersbeestjes, vliegen, oorwormen, wespen en sluipwespen zijn de hulptroepen om de invasie van de luizen op te vangen. Hou die beestjes dus in ere! 














 

TIPS om de zwarte bonenluis proberen te voorkomen.

Copyright @ jeugrubbenhof