Kapucijners
Familie: Velderwten of kapucijners behoren tot de familie van de vlinderbloemachtigen (Fabaceae, vroeger Leguminosae). Uit voedingsoogpunt is dit een belangrijke familie. Ook bonen, doperwten, linzen, peulen, soja, tuinbonen zijn onderdeel van
deze familie.
De hieronder gemaakte opmerkingen over kapucijners gelden ook voor de teelt van de nauw verwante doperwten en peulen.
Teeltwisseling: Eén maal in zes jaar.
Bodem/bemesting: Net als andere vlinderbloemigen kunnen kapucijners stikstof uit de lucht binden aan wortelknobbels met behulp van bacterieën. Een stikstofrijke bemesting is dus
overbodig. Te veel stikstof leidt tot overmatige groei, veel blad en relatief weinig
bloem (vrucht).
Grond met een luchtige losse structuur is voordelig.
Zaaien: Net als stokbonen verlangen kapucijners een stevig gaaswerk om langs te kunnen klimmen. De hoogte van dat gaaswerk moet aangepast zijn aan het te zaaien ras. Blauwschokkers, het meest gebruikte ras, klimt bijna twee meter hoog. Er zijn ook rassen die tot 1.20 meter of tot 1.40 meter klimmen.
Vroeger was het gebruik van rijshout gebruikelijk. Nu is klimgaas van kunststof in
de handel dat voldoet. Maak het gaaswerk vóór het zaaien.
Zaaien in potten in koude kas/tunnel/ onder plat glas: vanaf begin februari, uitplanten begin maart, zodra het weer dat toelaat.
Zaaien in de vollegrond: vanaf begin maart, bij vorstvrij weer. Aanhoudend nat weer is ongunstig.
Kapucijners verdragen, net als doperwten en tuinbonen, wat kou en groeien prima bij niet al te warm weer. Op tijd beginnen dus.
.
Problemen: Muizen zijn dol op de zaden. Ouderwetse klapvalletjes met pindakaas of eenvoudig wat boter kunnen preventief waardevol zijn. Vogels, vooral houtduiven, eten graag
de jonge kiemplantjes en later de gevormde vruchten.
Tuinnetten kunnen bescherming bieden.
Oogsten : Laat kapucijners niet (over)rijp worden. De vruchten zetten de suiker dan om in zetmeel en de smaak is dan minder (meliger).
Het is natuurlijk wel mogelijk kapucijners te laten uitrijpen voor zaadgoed.
Na de oogst van de kapucijners kan op dezelfde plek een nateelt volgen, die profiteert van de in de grond opgeslagen stikstof (bijv. andijvie).
Gezondheid: Kapucijners helpen mee het slechte (LDL) cholesterol te verlagen. Ze zijn vezelrijk. En bevatten redelijk wat ijzer. Net als andere peulvruchten vormen
kapucijners een bron van plantaardig eiwit en zijn dus een goede vleesvervanger.
In de keuken: Verse kapucijners uit eigen tuin hebben een onovertroffen smaak. Pas geoogst zijn ze heerlijk in een bonenschotel. Er is een smakelijke bonensoep mee te maken.
Goed gedroogde kapucijners kun je lang bewaren. Voor gebruik eerst een nacht laten weken.
Zelf geteelde kapucijners smaken veel puurder dan de versies uit glas of blik, waaraan (te) veel zout, suiker en andere stoffen zijn toegevoegd.
Copyright @ jeugrubbenhof