Uien

 









Uien horen tot de familie van de look-achtigen (Alliaceae), evenals bieslook, daslook, knoflook, prei en sjalot.

Wisselteelt is voor de ui-achtigen noodzakelijk, minimaal vier en nog liever zes seizoenen.

Prei verdraagt een rijke, verse bemesting, de andere ui-achtigen nemen genoegen met wat goed verteerde compost en een gift patentkali, als de groei is ingezet.

Het zaad van uien verdraagt kou. Dus kan er al vroeg in de volle grond worden gezaaid, afhankelijk van de weersomstandigheden reeds in de loop van maart. Dun zaaien is een vereiste voor een goede ontwikkeling van de jonge plantjes. Plantuien geschikt voor winterteelt kunnen onder glas.

Meestal gebruiken we plantuitjes/plantsjalotjes/knoflooktenen.


Uien en wortelen die naast elkaar zijn geplant, houden

uienvlieg en wortelvlieg (gedeeltelijk) op afstand.

De geur van de verschillende planten brengt de insecten

op een dwaalspoor.

De uienvlieg (preivlieg) is in Jeugrubbenhof veel minder

nadrukkelijker aanwezig dan de prei-mineervlieg.

Mogelijk ligt dat aan de wat stevigere structuur van de

grond, want de uienvlieg heeft liever zanderige grond.

Er bestaat ook een preimot, een vlindertje, dat ook niet

prominent aanwezig is in ons volkstuincomplex.

 

De uienvlieg

 

Ook de uienvlieg (preivlieg) overwintert als pop in

de grond. De vliegen kruipen in het voorjaar uit de

grond. Aan de wortelhals van de planten zetten ze

eitjes af, waaruit maden ontstaan.

Er zijn minstens drie generaties in één seizoen.

 

Bescherming tegen uienvlieg:

 

  • WISSELTEELT
  • Geen verse mest (met uitzondering van prei)
  • Insectengaas gebruiken met een maaswijdte niet groter dan 0,8 mm. Dat gaas is ook effectief tegen de preimineervlieg.Het gaas mag het gewas niet raken!
  • Combinatieteelt
  • Aantrekken natuurlijke vijanden
  • Bij voorkeur geen chemische bestrijdingsmiddelen, heb respect voor plant, dier, mens en leefomgeving

Copyright @ jeugrubbenhof