Brandnetel


DE GROTE BRANDNETEL


De grote brandnetel heeft van de naamgever Linnaeüs de mooie naam gekregen: Urtica dioica. Het eerste deel van de naam betekent: brandend. De soortnaam dioica betekent letterlijk: tweehuizig. Dit houdt in dat de mannelijke stuifmeelproducerende bloemen op afzonderlijke planten voorkomen en dat de vrouwelijke vruchtdragende bloemen op andere planten te vinden zijn. Vaak zijn op groeiplekken grote groepen planten te vinden van hetzelfde geslacht. Dat komt, omdat planten met worteluitlopers makkelijk terrein winnen.


Waar grote brandnetels welig groeien, is de grond vruchtbaar en (stikstof)rijk. Niet gek dus, dat de brandnetel zich graag vestigt in onze goed bemeste moestuinen en vaak verschijnt op of bij de composthoop. Dat waardeert menigeen niet en dat is jammer om verschillende redenen. Het genezend karakter van brandnetelthee en -soep is al eeuwen bij mensen bekend.


Extract van brandnetels

Verdund kan een extract van brandnetels worden gebruikt tegen luis en als afweerversterkend middel tegen schimmel-aantastingen.













Brandnetels in Jeugrubbenhof d.d. 8 juni 2019


Het is handig om uitsluitend brandnetels met stuifmeelbloemen in de tuin te hebben. Deze planten zaaien immers niet uit in de tuin. Wat de heren grote brandnetel wel graag doen, is land veroveren en die expansie drift moet dus worden beteugeld. Te groot geworden brandnetelscheuten kunnen regelmatig met de heggenschaar worden gekortwiekt, dat bevordert de aangroei van nieuwe scheuten. Het knipsel kan op de composthoop of er kan een aftreksel worden gemaakt om te gebruiken als biologisch middel tegen luis of gewoon als voeding voor andere planten. Laat zo’n aftreksel niet te lang staan, het gaat gauw onaangenaam ruiken.

Wortels van de grote brandnetel kunnen niet worden ondergespit of gecomposteerd. De wortels zullen onverbiddelijk weer uitlopen. Bladeren en stengels van grote brandnetels leveren hoogwaardige compost! (netels zonder zaden gebruiken).


De grote brandnetel is de voedselplant voor de rupsen van een aantal mooie dagvlinders (atalanta, dagpauwoog, kleine vos, landkaartje) en nachtvlinders. Sommige vogels (o.a. de nachtegaal) nestelen bij voorkeur in brandnetelstruwelen.













                                                   Blad kleine brandnetel


DE KLEINE BRANDNETEL


Voor de kleine brandnetel heeft Linnaeüs de naam bedacht: Urtica urens. Deze twee namen betekenen hetzelfde: brandend. Twee keer brand dus en inderdaad, dat voel je.
De kleine brandnetel is eenhuizig, de planten maken allemaal zaden en hebben ook allemaal stuifmeelproducerende bloemen. De kleine brandnetel wordt niet zo hoog, maar brandt venijniger dan de grote broer. Omdat deze planten behoorlijk kunnen prikken en branden op blote enkels en kuiten, is het verstandig deze planten niet te veel ruimte te geven. Iedere kleine brandnetel schiet snel in het zaad. Laat het niet zo ver komen! Als er nog geen zaden zijn gevormd, kan de kleine brandnetel met spitten onder de grond verdwijnen.


Beide soorten, kleine en grote brandnetel, zijn in ons volkstuincomplex Jeugrubbenhof aanwezig.

Copyright @ jeugrubbenhof